Van mijlenver zagen we een grote toren pronken, waarvan we aanvankelijk dachten dat het een luchtverkeerstoren was. Deze toren was vanaf de snelweg verreweg het meest opvallende gebouw in wat later de Strip van Las Vegas zou blijken. Hoe dichterbij we volgens onze steun en toeverlaat TomTom bij ons hotel kwamen, hoe dichter ook de toren naderde. "Grappig", dachten we, dan zal het geen vliegveld zijn. Toen TomTom daarna aangaf dat we nog maar 200 meter van ons hotel verwijderd waren, het aan de rechterkant moest staan, en het enige dat 200 meter verderop aan onze rechterkant die toren was, begon er iets te dagen. Toen we vervolgens de naam van ons hotel (Stratosphere) in rode lichtgevende letters op de toren zagen schitteren, wisten we het zeker: dit ís ons hotel! Een vreugdedans volgde, waarna we opschrokken van iemand op zijn kop aan een elastiek naast ons. Oke, je kan dus ook bungeejumpen van deze toren, die ons hotel is. Nu al een crazy city!
Nadat ons rode monster van een auto netjes door een piccolo bij de ingang weggereden werd naar de parkeergarage (valet parking, weer een ervaring rijker en geen illusie armer, want het is écht handig!), liepen we het hotel binnen, dat ook een casino bleek te zijn. Op klaarlichte dag zitten daar mensen met volle blikken bier maar lege blikken in hun ogen urenlang op knoppen te drukken en aan hendels te trekken, hopend op de jackpot die hun leven zal veranderen. Klaarlichte dag, maar binnen deze muren had het ieder tijdstip kunnen zijn. Geen zonlicht bereikt de vermoeide ogen van de gokkers, die zich niet bewust lijken te zijn van de rest van de wereld. Precies zoals het bedoeld is in een casino dus.
Wij hadden inmiddels gehoord over het zwembad op de rooftop van het hotel en hadden onze bikini al aan voordat je "jackpot" kan zeggen. Met een perfect helderblauw zwembad, een cocktailbar, ligbedden, een hoop jongeren en op de achtergrond lekkere zomerse beats, waanden we ons een hele middag en avond in Ibiza. Wat best gek is als je in Vegas bent, maar daarom niet minder leuk. Twee cocktails later (alweer was het happy hour toen we aankwamen, yes!) besloten we niet al ons geld op te maken aan Ibiza maar aan Vegas: in deze dames zou vanavond de ware gokker naar boven komen, of we nu wilden of niet. Vegas lokt je, met haar luxe en voorhoudend ideaalbeeld, en vertelt je maar al te graag hoe alles ook van jou kan zijn. Wij besloten de gok te wagen.
Helemaal dressed up, met in de pumps gestoken vrouwenbenen (de versteende kuiten voor lief nemend, wie mooi wil zijn...) kwamen we aan in waar het allemaal gebeurt: het Bellagio. Hier zou ook de zeer beroemde, grote fonteinshow plaatsvinden, die wij blijkbaar gemist hebben want de show die wij gezien hebben leek meer op de straal die je krijgt in een festival douche, met op de achtergrond Krezip die invalt voor Bruce Springsteen, op de laatste avond van het festival.
Afijn, wij zijn terug naar binnen gegaan (oh hadden we dat maar niet gedaan) om ons zesde zintuig voor het voorspellen van getallen en kleuren bevestigd te zien krijgen. Roulette, oh wat een pret. Een illusie en 40 dollar armer besloten we dat het genoeg was voor de avond. Vegas zou ons niet te pakken krijgen, HA! Eenmaal terug in ons hotel, beseften we dat het niet alleen een hotel is, maar ook een casino. Een casino waar we al ons verloren geld terug konden winnen. Dat was het plan, als we ons geld terug hadden verdiend zouden we stoppen. Quitte spelen is helemaal prima, méér winnen is voor losers.
En of we quitte hebben gespeeld! Voor maar liefst drie hele minuten! Hoogmoed komt voor de val en ook wij zijn erin getrapt. The house always wins, remember? Een kwartier later lagen we beteuterd in bed te bedenken wat we allemaal wel niet hadden kunnen doen van 70 dollar. Maar toen dachten we aan de gezellige avond, het zwembad met prachtig uitzicht, en aan de luxe die Vegas ons de volgende dag weer zou bieden en was alles weer vergeten en vergeven. Oh my, Vegas got us...