Voor alles een eerste keer. Zo ook voor bootcamp buiten. We voelen ons als kalfjes die de hele winter op stal hebben gestaan en voor het eerst de wei in mogen. Dat gevoel is helaas van korte duur. Want who are we kidding: buiten sporten is niet per se makkelijker of leuker. Onze trainer heeft een programma voor ons in petto… Een HIT training is er niets bij. Het is voor het eerst dat we er bijna aan onderdoor gaan, tijdens een work-out die bar veel weg heeft van een legeroefening. Voor de officieren. En daar dan weer de bazen van. In het laatste jaar. Tijdens het examen. Geen idee of het zo werkt in het leger, maar het punt is duidelijk. En zoals ook bij het leger het geval is, het schept wel een band. We trekken elkaar over de streep. Wij zijn echt maten voor het leven.
Met grote zandzakken op onze schouders ‘rennen’ we de straat door. Waar kalfjes normaal gesproken lekker huppelen en springen en dansen, krijgen wij lopen amper onder de knie. Wat was het ook alweer? Eerst je rechterbeen voor, dan je linkerbeen, of was het andersom? We begrijpen: niet nadenken, gewoon gaan. Die zak. moet. naar. de. overkant. Resultaat: vijf blauwe plekken, zesendertig kots neigingen en honderden sterretjes zien. Maar ook: een betere conditie, fitter zijn en een apetrots gevoel. Elf weken geleden waren we binnen vijf minuten waarschijnlijk dood neergevallen. Nu houden we het vol. WINST!
Een stuk relaxter is het suppen op de Zandmeren de volgende dag. Het is ochtend. De zon komt langzaam op. We zijn nog een beetje slaperig, maar hebben er super (ja supper) veel zin in. We krijgen les van Rob van SUP ’76. Dat is maar goed ook, want hoe heerlijk warm het zonnetje ook is, het water is dat nog niet. Het is dan ook de bedoeling dat je óp je board blijft staan en daarvoor moet je eerst weten hóé. Thank god voor Rob! En voor onze wetsuits, die ons warm houden mochten we toch in het water vallen. Met nadruk op warm, want echt droog blijven de wetsuits niet. Door alle inspanning zweten we ons kapot. Verklaart meteen de naam van die pakken.
Als we de techniek eenmaal geleerd hebben, mogen we lekker paddelen op het open water. Wat een rust, wat een stilte, wat een geweldige sport… We genieten van iedere seconde. Ook beseffen we ons hoe ontzettend mooi de Zandmeren eigenlijk is. Overal natuur, het geluid van wakker wordende vogeltjes, het stille water. We vergeten bijna dat we aan het sporten zijn. Totdat we een heel stuk gaan racen, zo snel mogelijk naar de overkant komen. Work-out! We zijn immers bezig met een challenge!
Alsof dit nog niet genoeg was, zijn we gaan mountainbiken in de Drunense Duinen. Ook hier geldt: we laten ons niet kennen. We fietsen niet gezellig de gele, blauwe of groene route. We gaan voor zwart. En dus voor goud! Dat we de rest van de week niet meer kunnen zitten (laat staan fietsen), nemen we voor lief. Wij wilden buiten sporten. Misschien toch iets te buitensporig…